Home > Tram > Electrische tram > Serie > Serie 27 (1001-1002)

Gemeentevervoerbedrijf Amsterdam - Serie 1001-1002

Serie:
1001-1002
Type: Elektrisch Motorrijtuig
Model: PCC-Car
Bouwjaar: 1949
Fabrikant mechanisch gedeelte:
St. Louis Car Company, St. Louis, Verenigde Staten(USA)
Assemblage: La Brugeoise et Nivelles, Brugge, België
Fabrikant elektrisch gedeelte:
Westinghouse Electric &
Manufacturing Company, East Pittsburgh, USA & 
ACEC, Charleroi, België
Aantal: 2 stuks
Uitvoering: éénrichtingtram
Truckstellen: 2 truckstellen
Wagenbakken:
1 stuks
Motoren:
4 x 40 kW
Elektrische remmen:
op alle truckstellen telkens 2 stuks
Breedte:
2200 mm
Lengte:
13432 mm
Lengte over koppelingen:
14452 mm
Hoogte:
3121 mm
Maximale snelheid:
70 km/uur
Vloerhoogte:
814 mm
Gewicht:
17.700 kg
Motorvermogen:
160 kW (4 x 40 kW)
Hart op hart afstand truckstellen:
6210 mm
Wieldiameter:
650 mm
Breedte deuren:
850 mm
Passagiersindeling:
36-57


Als zo vele andere bevond het Haagse trambedrijf zich na de tweede wereldoorlog in deplorabele toestand. Veel rollend materieel was verloren gegaan of onbruikbaar en wat er rijden kon was weinig eigentijds. Hierdoor was er dus dringend behoefte aan nieuwe voertuigen, en hoewel een reeks tweedehandsjes uit Rotterdam - waar de situatie kennelijk anders was - in 1946 enige uitkomst bood werden er in hetzelfde jaar bij Werkspoor 16 motorrijtuigen besteld, die in 1948 op de baan kwamen als reeks 201-216. Hierna werd een totaal andere koers ingeslagen en bestelde de HTM twee PCC-trams.

De beide wagens werden in de Verenigde Staten gebouwd, zij het dat ze als bouwpakket naar Europa werden verscheept en in Brugge, bij BN, werden geassembleerd. Tijdens de opbouw werden de rijtuigbakken zowel ingekort als versmald in verband met het krappere Europese profiel. Ook werd, in plaats van de in de Verenigde Staten vrijwel algemeen toegepaste middendeur, een achterdeur ingebouwd. Dit hield verband met het feit dat de HTM vooralsnog niet aan de met de PCC-Car bijna onafscheidelijk verbonden eenmansexploitatie wilde, maar een doorstroomsysteem met zittende conducteur prefereerde.

Typisch Amerikaanse trekjes die wel gehandhaafd bleven waren de kleine zijruiten - één per zitplaats, met daarboven nog kleinere raampjes("standy windows") voor staande passagiers - en verder het trektouwtje in plaats van de drukknoppen, waarmee passagiers konden melden dat ze wilden uitstappen.

De eerste PCC-Car arriveerde op 19 juli 1949 in Den Haag en werd na uitgebreide proefritten, nog onder het wagennummer 199,
op 16 september van dat jaar met het wagennummer 1001 op lijn 9 in dienst gesteld. Al snel bleek dat de capaciteit veel te gering was voor deze drukke lijn en na nauwelijks een maand verhuisde het motorrijtuig naar de stillere lijn 14 waar ook de op 14 december 1949 gearriveerde 1002 vanaf medio januari 1950 kwam te rijden.

Na de komst, in 1952, van de motorrijtuigen 1003-1024, die direct voor eenmansbediening waren uitgerust en wel van een middendeur i.p.v. een achterdeur waren voorzien, werden in 1953 ook de 1001 en 1002 tot eenmanswagen verbouwd.
Sindsdien werd de serie 1001-1024 technisch en exploitatief als één geheel beschouwd en ondergingen ook alle trams dezelfde technische wijzigingen.

De komst van de reeks 1100 en 1200 vanaf 1957 betekende dat de PCC-Car in gemoderniseerde vormgeving met koppelingen uitgerust ook de rest van het net, deels in koppelstelformatie, konden veroveren.

Na de komst van de PCC-serie 1300 vanaf 1971 raakten de 1000-en in de zeventiger jaren een beetje op het tweede plan en omdat de 1001 en 1002 met hun achterdeur toch wel wat bezwaren in de exploitatie meebrachten stonden ze meestal buiten dienst.

In 1975 besloot de HTM de 1001 en 1002 ingrijpend te verbouwen en gelijk te maken aan de 110-den zoals deze er na hun grote revisie uit kwamen te zien. Deze verbouwing, die als een technisch hoogstandje van de HTM-werkplaats Lijsterbesstraat kon worden beschouwd, vond in de zomermaanden van 1975 plaats.

Sindsdien zijn de 1001 en 1002 praktisch als 1100-den te beschouwen. Slechts door hun nummer, het ontbreken van het overgeschilderde sierprofiel onder de ruiten en nog enkele details verraden ze de geoefende waarnemer hun afkomst.

Het PCC-tijdperk in Den Haag werd in 1993 afgesloten. De 1002 haalde de eindstreep niet en werd in 1992 ten gevolge van een aanrijding met een GTL terzijde gesteld en afgevoerd. Niet lang daarna ging ook de 1001 aan de kant, maar deze wagen deed wel mee in het afscheidsfeest op 1 mei 1993. Hierna werd de wagen afgevoerd. De kop van de 1001 werd afgezaagd en is als expositieobject in het Haags Openbaar Vervoer Museum aan de Frans Halsstraat opgesteld.

De komst van de nieuwe trams van de reeks 11G en 12G naar Amsterdam betekende voor het personeel een compleet nieuwe bedieningsvorm, de voetbediening. Om het personeel alvast te laten les rijden werden uit Den Haag twee PCC-rijtuigen geleend om het personeel hiermee te instrueren met het rijden met voetbediening.

Op donderdag 14 september 1989 werden 's-middags in de Havenstraat(bij de gevangenis) de Haagse PCC-rijtuigen 1001 en 1002 afgeladen. Beide wagens waren uitsluitend bestemd voor instructiedoeleinden, om personeel te laten kennismaken met voetbediening en een dodemansinstallatie.

In Den Haag waren de wagens al voorzien van een GVB-pantograaf en de Amsterdamse VETAG. Nog diezelfde middag werden er proefritten gehouden met de beide PCC's.

Vanaf 18 september werd met GVB-personeel vrijwel dagelijks instructieritten gereden via een vaste route. Gereden werd vanuit de remise Havenstraat via het Haarlemmermeercircuit - Amstelveenseweg - Surinameplein - route lijn 17 - Marnixstraat - Frederik Hendrikplantsoen - route lijn 3 - Ferdinand Bolstraat - route lijn 12 - Victorieplein - route lijn 4 - Fredriksplein - Weteringschans - Leidseplein - route lijn 6 - Haarlemmermeercircuit enz.

Op 14 oktober reed 's-avonds de 1001 een rit voor een besloten "gezelschap" vanwege een huwelijksfeest. De Wiener Lokalbahn-wagen 28 van de Elektrische Museumtramlijn Amsterdam reed ook in deze rit mee.

Op zaterdag 30-12-1989 werd door de NVBS een excursierit door Amsterdam georganiseerd, waarbij de beide PCC's 1001 en 1002 zouden participeren, evenals een nieuwe tweerichtingswagen reeks 900 van het GVBA zelf. Aansluitend werd een excursie per bus langs de aanleg van de Amstelveenlijn gehouden. Reeds in de week voor de excursie werd duidelijk dat de problemen met de 900-den het niet mogelijk maakte om zo'n wagen hiervoor in te zetten. Hierdoor werd de invulling van de excursie nu geheel anders. Wel kon het GVB met 11G-wagen 906 tweemaal een ontmoeting organiseren met de excursie. 's-Morgens bleek om 10.30 uur in de remise Havenstraat dat de PCC 1001 echt niet aan de praat was te krijgen zodat de deelnemers na een half uur wachten verdeeld werden over twee groepen. Eén groep werd verdeeld over de PCC 1002 en het Grazer stel 214+350B en reed de bekende PCC-route, met een fotostop met de 906 in het Frederik Hendrikplantsoen. Op de Churchilllaan wisselden de deelnemers van tram. De tweede groep ging met de Kassel 269 en het Amsterdamse tweeasserstel 467+748 op stap via de route: Havenstraat - Haarlemmermeercircuit - route lijn 6 - Overtoom - Eerste Constantijn Huygensstraat - route lijn 12 - Station Sloterdijk(pauze met koffie en oliebollen) - terug via route lijn 12 - Bos en Lommerweg - Bos en Lommerplein - Hoofdweg - Mercatorplein(fotostop met 906) - Hoofdweg - Surinameplein - route lijn 6 - remise Havenstraat. In de Havenstraat werd op het zijterrein PCC 1002 tussen de 903 en 906 geplaatst om de fotografen hun plaatjes te laten maken waarna de beide groepen wisselden van tramstellen en de beide routes voor de tweede keer werden bereden. Hierna keerden de trams terug naar de Havenstraat en stapten de deelnemers weer over in de (onverwarmde) gelede bussen 521 en 535 voor een rit langs de in aanleg zijnde Amstelveenlijn. Rond 16 uur eindigde de busrit bij het Haarlemmermeercircuit. Verkleumd konden de deelnemers terugzien op een informatief dagje Amsterdam waarbij zij konden ruiken aan de nieuwe ontwikkelingen op materieelgebied en op infrastructuur.

In eerste instantie zouden de wagens rond de jaarwisseling 1989-1990 teruggaan naar Den Haag, maar omdat de 900-den(11G-reeks) vanwege hun problemen nu later voor instructie in aanmerking zouden komen had het GVB besloten de beide HTM-PCC's langer te huren en werd de huurtermijn verlengd tot 1 april 1990.

Op 01-04-1990 werden de beide PCC's buiten dienst gezet in de Havenstraat. De huurtermijn was afgelopen en vanwege de verzekering mochten ze niet meer rijden. De wagens werden ontdaan van VETAG, mobilofoon en hun Amsterdamse pantograaf.

Op donderdag 12-04-1990 keerden de 1001 en 1002 terug naar den Haag. In de ochtenduren werd eerst in de Havenstraat de 1002 opgeladen en naar Den Haag overgebracht. In de middaguren volgde de 1001.


Wagennr. Aflevering bij GVB In dienst bij HTM Wagen uit de HTM-serie Serie gebouwd in In Dienst bij GVB Op Dienst Laatste inzet bij GVB Op Dienst Afvoer bij GVB Afvoer naar
1001 14-09-1989 16-09-1949 1001-1002 1949 18-09-1989 lestram 31-03-1990 lestram 12-04-1990 Retour naar HTM, Den Haag
1002 14-09-1989      -01-1950 1001-1002 1949 18-09-1989 lestram 31-03-1990 lestram 12-04-1990 Retour naar HTM, Den Haag









                 






Traminfo.nl © 2003-2015 | Contact  | Colofon | Disclaimer | Links